Ethische vraagstukken van oorlog en vrede zijn urgent
In extreme situaties zoals oorlog staat de vraag wat goed is om te doen op scherp. Zeker voor militairen in oorlogsgebieden. Hoogleraar Pieter Vos houdt zich hier vanaf 2 februari van dit jaar fulltime mee bezig op een persoonlijke leerstoel Ethiek en Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht. Hij hoopt met zijn onderzoek bij te dragen aan het werk van de geestelijke verzorging bij de krijgsmacht. En zo ook aan militairen, zodat ze de geestelijke bepakking hebben om onder druk juist te handelen. Ook hoopt hij een zinvolle bijdrage te leveren aan het publieke debat over oorlog en vrede.
Vrede is niet vanzelfsprekend
Vos maakte in zijn jeugd al kennis met de krijgsmacht via zijn vader, die pelotonskommandant was bij de nationale reservisten. “Dat heeft me altijd geboeid. Militairen die mensen bijstaan bij rampen, die ingezet worden voor veiligheid en vrede en ook geweld moeten uitoefenen waar dat niet anders kan. Als theoloog streef ik vooral naar praktijken van geweldloosheid en vrede. Wanneer is geweld dan toch gerechtvaardigd om onrecht te bestrijden? Wat doet dit met militairen? Hoe kan de geestelijke verzorging militairen goed bijstaan? Dan gaat het over diepe vragen van rechtvaardigheid en vrede, oorlog en verzoening.” Sinds de oorlog in Oekraïne komen deze vragen voor veel mensen dichtbij. “We dachten in Europa in een vreedzame situatie te zijn beland, maar vrede is niet meer vanzelfsprekend. Ethische vraagstukken van oorlog en vrede zijn dus urgent.”
Over morele grenzen heen
Pieter Vos was al parttime bijzonder hoogleraar, naast zijn aanstelling als universitair hoofddocent ethiek. Binnen zijn nieuwe leerstoel houdt hij zich de komende jaren bezig met vragen op het kruispunt van geestelijke verzorging en ethiek. Hij doet dat in drie onderzoekslijnen. “De eerste gaat om morele en existentiële ervaringen van militair personeel en hoe de geestelijke verzorging hen daarin kan bijstaan. Het gaat om zingevingsvragen die samenhangen met de professie van de militair. Dit betreft bijvoorbeeld de ervaring van lange tijd ver weg zijn van huis en hoe moeilijk dat kan zijn in relatie tot het thuisfront. Vooral ook gaat het om vragen die samenhangen met het beroep van militair en de verantwoordelijkheden die ermee gegeven zijn. Sommige militairen lijden na uitzending aan moral injury. Ze hebben gevoelens van schuld en schaamte over dingen die ze hebben moeten doen, of dingen die ze niet hebben kunnen voorkomen. Of ze ervaren over een morele grens heen te zijn gegaan doordat ze iemand verwond of gedood hebben.“
Foto: Protestantse Theologische Universiteit
Bijdrage van geestelijk verzorgers aan vorming morele kompas van militairen
Daarnaast richt het onderzoek van Pieter Vos zich op morele vorming van militair personeel, onder andere vanuit de deugdethiek: welke deugden hebben militairen nodig om een goed militair te zijn, gegeven hun veeleisende taak? “Kernvraag is hoe geestelijk verzorgers kunnen bijdragen aan de vorming van het morele kompas van militairen. Hoe kunnen ze militairen moreel weerbaar maken, zodat ze moreel en als mens overeind blijven tijdens missies zoals in Afghanistan of Irak. Zodat ze juist handelen, ook onder extreme omstandigheden.”
Rechtvaardige oorlog?
In zijn derde onderzoekslijn houdt Vos zich bezig met ethische vragen van oorlog en vrede. “Er is binnen en buiten de christelijke traditie al heel lang nagedacht over rechtvaardigheid in oorlogssituaties: is er zoiets als een rechtvaardige oorlog? Wat is rechtvaardig in oorlogsomstandigheden? En wat is eigenlijk vrede? Met dit soort vragen waren kerkvaders als Ambrosius en Augustinus ook al bezig. Het christelijke denken over rechtvaardige oorlog en rechtvaardige vrede is een belangrijke bron voor krijgsmachtpredikanten.” Het thema is ook maatschappelijk urgent. Vooral het begrip ‘vrede’ heeft volgens Vos verdieping nodig. “Vrede wordt vaak in negatieve termen gedefinieerd, als simpelweg ‘het ontbreken van oorlog’. Ik zou eraan willen bijdragen dat het gesprek over wat vreedzaam samenleven is vanuit verschillende levensbeschouwelijke tradities meer gevoerd wordt. Veel van de spanningen in de samenleving hebben ermee te maken dat mensen verleerd zijn om het gesprek met andersdenkenden te voeren. In een post-conflictsituatie is dat alleen nog maar sterker het geval. Theologische begrippen als vergeving, verzoening, herstel van relaties, goed samenleven, die zou ik in het denken over oorlog en vrede willen inbrengen.”
Goud opdelven
Vos ziet ernaar uit zijn eerdere onderzoek op deze drie onderzoekslijnen verder uit te diepen en hiermee bij te dragen aan het onderwijs aan (toekomstige) geestelijk verzorgers en de vorming van militairen. Ook wil hij graag het gesprek in kerken en in het publieke domein aanzwengelen. “Het morele debat over oorlog en vrede en de bijdrage van religie is in Nederland nu vrij minimaal. Het is een open domein waar ik als theoloog een bijdrage aan kan leveren. Het goud opdelven om over deze vraagstukken na te denken, daar zie ik naar uit.”
De persoonlijke leerstoel Ethiek en Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht aan de Protestantse Theologische Universiteit wordt bekleed door prof. dr. Pieter Vos. De leerstoel is nauw verbonden met de Dienst Protestantse Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht en is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Christelijke Hulpverlening Militairen, de Stichting Hulp voor Helden en een aantal kerken aangesloten bij de Commissie Inzake Overheid – Militairen (CIO-M).
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van de PThU, www.pthu.nl